Tor Top dugout

Om de combinatie van de verschillende technieken te illustreren, gaan we hier even dieper in op een fascinerende casestudy: Tor Top, nabij de strategische hoogte Hill 62 (Zillebeke). De integratie brengt een begraven oorlogslandschap gedetailleerd in kaart, met net onder de ploeglaag de uitgestrekte restanten van de Britse en Duitse frontloopgraven. En niet alleen dat: bovendien werd voor het eerst een ondergronds tunnelstelsel via geofysische bodemscans aangetroffen.

De locatie van Tor Top, situatie juni 1916 (© Universiteit Gent)

De site is gelegen in het oostelijk deel van de Ypres Salient, de frontboog rond Ieper. Dit was één van de zeldzame gebieden waar de geallieerden een strategisch zicht hadden op de Duitse linies. Deze hoogte was daarom een doorn in het oog van de Duitsers. Op 2 juni 1916 lanceren ze een grootscheepse aanval om de hoogtes bij Hill 62 en Mount Sorrel te veroveren. De Canadese troepen die de linie bemannen worden verrast door de aanval en worden aanvankelijk teruggedrongen. Na herhaaldelijke tegenaanvallen eindigt de Battle of Mount Sorrel tien dagen later met de herovering van het gewonnen gebied door de Canadezen. In die korte tijd was de regio ten prooi gevallen aan een van de meest verwoestende artilleriebeschietingen van de oorlog in België. Op luchtfoto’s is te zien dat alle loopgraven en schuilplaatsen weggevaagd zijn.

De vernietigende kracht van de artillerie zorgde ervoor dat men aan beide zijden van het front bescherming zocht in betonnen bunkers. Daarenboven werd er een ondergronds netwerk van tunnels en schuilplaatsen gecreëerd, ver uit het zicht van waarnemers op de grond en diep genoeg in de bodem om veilig te zijn voor artilleriebombardementen.  Geallieerde tunnelers en Duitse Mineure groeven zogenaamde deep-dugouts:  tunnels en schuilplaatsen die tot wel 14 meter diep werden aangelegd. Het kon gaan om een eenvoudige onderaardse gang met een aantal kamers tot complexe ondergrondse dorpen waar een volledig bataljon in kon schuilen.

‘A dirty but precious underworld’

Langs het hele front werden aan Duitse en Britse zijde tientallen van die dugouts gebouwd. Op sommige plekken aan de frontlijn stonden ze in verbinding met elkaar door tunnels en waren ze aangesloten op ondergrondse luisterposten tot diep onder het niemandsland. Sommige van de gegraven tunnels werden gebruikt om de vijandelijke linies te ondermijnen. Ook in Tor Top werden na de hevige gevechten van 1916 allerhande ondergrondse schuilplaatsen opgericht.

Bodemscans

In november 2015 werd een bodemscan uitgevoerd op dit terrein om te achterhalen in welke mate de loopgraven in deze zone nog bewaard waren in de ondergrond. Er werd onderzocht of de zware beschietingen tijdens de Eerste Wereldoorlog een substantiële invloed hadden op de bewaring van een veelvoud aan ondergrondse structuren. De metingen van de minst diepe bodemvolume tonen een maanlandschap doorspekt met honderden bomkraters: elke donkere vlek komt overeen met minstens één krater. Op de metingen tekenen zich daarenboven enkele loopgraven en zelfs smalspoorwegen af die duidelijk nog bewaard zijn in de ondergrond.

Kies tussen het linkse en rechtse beeld door met de muis de lijn centraal in het beeld te verplaatsen. Gebruik Mozilla Firefox of Google Chrome voor een goede weergave. (Orthophoto (Informatie Vlaanderen), EMI meting © Universiteit Gent)

Bovendien wezen eerder subtiele variaties in de magnetische data op een rechthoekige structuur met enkele vertakkingen. Deze structuur was op de historische luchtfoto’s niet zichtbaar, wat betekende dat dit ofwel een ondergrondse of zeer goed gecamoufleerde structuur voorstelde, ofwel wees op anomalie die ouder of jonger was dan 1914-1918. Archiefonderzoek wees echter al snel uit dat dit spoor gerelateerd kon worden met de hierboven vermelde ondergrondse tunneloorlog. In 1916 lieten de Duitsers vlakbij enkele kleine mijnen ontploffen en aan geallieerde zijde waren er ondergrondse luisterposten en een dugout-systeem. Uiteindelijk vonden we op twee plannen uit 1917 de exacte uitleg voor deze sporen. De plannen vermelden de naam “Tor Top” en geven de interne structuur van de tunnels of galerijen van de dugout weer, samen met de trappen en de ingangen vanuit de loopgraven. Er is echter geen  aanduiding van de exacte locatie van de dugout. Op het plan staan de loopgraven aan het oppervlakte getekend. Door die te linken aan de loopgraven zichtbaar op de WO 1-luchtfoto’s, kwam de dugout-planop de juiste locatie te liggen. Het patroon zichtbaar op de bodemscan vormt een perfecte match met de structuur op het plan. Het is de eerste maal dat een dergelijke dugout door bodemscans werd ontdekt en in kaart gebracht.

Als we de verschillende datalagen van de EMI bodemscans na elkaar bekijken, zoals in deze geanimeerde afbeelding, zien we op enkele van de beelden een regelmatig, rechthoekig raster opduiken midden in beeld, dat aan het oppervlak niet te zien is. Het zijn de ondiepe tunnels van een uitgestrekte ondergrondse schuilplaats: Tor Top (© Universiteit Gent)

Kies tussen het linkse en rechtse beeld door met de muis de lijn centraal in het beeld te verplaatsen. Gebruik Mozilla Firefox of Google Chrome voor een goede weergave. (Orthophoto (Informatie Vlaanderen), EMI meting © Universiteit Gent)

LiDAR hoogtemodel en testboringen

Op het LiDAR hoogtemodel waren op exact dezelfde plaats ook lineaire sporen te zien; heel vage verzakkingen van 3-4 meter breed en slechts enkele centimeters diep, die konden wijzen op ondergrondse activiteit. Ze vallen volledig samen met de sporen die op de geofysische metingen te zien zijn, en dus met de ondergrondse galerijen die op die plaats nog bewaard zijn. Om te controleren hoe diep de galerij zich precies in de ondergrond bevond werden enkele boringen uitgevoerd. Het plafond van de tunnel werd teruggevonden op een diepte van om en bij de 3.5 m onder het huidige bodemoppervlak; het loopoppervlak van de tunnel zat ongeveer 5.2 m diep.  Op andere plaatsen bleek de tunnel ingestort te zijn.

Op het digitaal hoogtemodel Vlaanderen (DHMVII, Informatie Vlaanderen) zien we zelfs bovengrondse sporen van de verdoken dugout: er zijn minieme verzakkingen te zien boven de drie parallelle gangen (zie vierkant) en waar zich ingangen met trappen bevonden zijn er kuilen (zie cirkels) (DHMV II (Informatie Vlaanderen), multi-hillshade visualisatie (SVT Toolbox) © Universiteit Gent)

Tor Top Dugout en Crab Crawl dugout

Het dugout systeem dat we detecteerden bleek Tor(r) Top dugout en Crab Crawl dugout genoemd te zijn, naar de namen van de loopgraven aan het oppervlak. De 2nd Canadian Tunnelling Company startte de werken begin oktober 1916, en hun dagboeken maken melding van een “gallerij die drie blokken van dugouts met elkaar verbond”. Toen na de Derde slag bij Ieper het front verder naar het oosten opschoof, werden deze dugouts een brigade hoofdkwartier (2nd Canadian Tunnelling Company War Diary, Library and Archives Canada), en tot 500 man kon hier schuilen in kamers vol stapelbedden (Barton, Doyle et al. 2005). De bekende Engelse oorlogsdichter Edmund Blunden was in oktober 1917 verantwoordelijk voor het onderhoud en het gebruik van de dugout, en beschrijft de schuilplaats met een mengeling van walging en appreciatie als een ‘dirty but precious underworld’, met ‘canals of foul water which stank along the passages’ en ‘black lattice of flies which hung to warm [light] bulbs’ (Blunden, 2000: 250)

Tor(r) Top in New Mills (UK)

New Mills delegation with the Tor Top trench sign at BBC’s Antiques Road Show in Lyme Park (copyright New Mills Heritage & Information Centre)

Een houten bord met vermelding “TOR TOP TUNNELS” bevindt zich momenteel in het museum van New Mills in Engeland, samen met enkele dagboeken en andere oorlogsrelicten. Het verhaal gaat dat korporaal John Cooper DCM de loopgraaf en dugout de naam Tor Top gaf, naar zijn eigen Torr Top Street in New Mills. Net als veel dorpsgenoten werd hij lid van de Sherwood Foresters in 1914-1915, die in Frankrijk en in de Hill 62 regio aan de ondergrondse schuilplaatsen werkten en de mijnenoorlog uitvochten.

Het bord werd na de oorlog door een brigadier meegenomen en aan zijn geboortestad gedoneerd, moddervlekken uit de Ypres Salient inbegrepen. De coördinaten op het bord, I.24.d.8.4, verwijzen exact naar de loopgraaf op het onderzochte terrein, en het bord stond vermoedelijk aan een van de ingangen van de dugout. Het staat nu tentoongesteld in New Mills, samen met persoonlijke voorwerpen, brieven en dagboeken van Levi Hall, een sapper van de 83rd Field Company Royal Engineers uit New Mills.

 

Publicatie

De wetenschappelijke resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Cultural Heritage.